Johann Sebastian Bach
1685 - 1750 | Duits | 972 werken
Pas tegen het einde van de 18e eeuw kon Bach rekenen op waardering, toen zijn oeuvre van vocale, koor-, klavier- en instrumentale muziek herontdekt werd. Ditmaal door een nieuw en ontvankelijker publiek dat inzag dat de muziek van Johann Sebastian Bach van zeldzame klasse was.
Het leven
Op tienjarige leeftijd leerde Johann Sebastian Bach orgelspelen, toen hij bij zijn broer Johann Christoph ging wonen. Even studeerde hij in Lüneburg, maar al snel werd hij aangesteld als de organist van de Bonifaciuskirche in Arnstadt. Daar heeft Bach zich ontpopt tot een moeilijke, haast onuitstaanbare man; hij ging bijna het duel aan met een leerling en verlengde zijn verlofperiodes, tot groot ongenoegen van de kerkleiding.
In 1707, Bach was inmiddels 22 jaar oud, pakte hij zijn spullen onder de arm en vertrok naar Mühlhausen. Daar trouwde hij met zijn nicht Maria. Opvallend genoeg maakte hij ook hier al snel ruzie met zijn nieuwe leerlingen en zodoende trok hij verder naar het hertogelijk hof in Weimar. Ondanks dat Bach hier volledig in zijn element was, bleek zijn positie niet houdbaar, vanwege intriges aan het hof. In 1717 werd hij Kapellmeister aan het hof van Cöthen, maar werd gevangen gezet wegens gebrek aan loyaliteit, zo vond de hertog.
In 1720 overleed de vrouw van Johann Sebastian Bach, maar lang treuren deed hij niet. Hij trouwde met zangeres Anna Wilcke. Drie jaar later werd hij kantor in de Thomasschule in Leipzig. In 1729 werd hij benoemd tot directeur van het Collegium Musicum aan de universiteit. Ondertussen bleef Bach componeren, totdat gezichtsproblemen hem het schrijven onmogelijk maakten. Zijn gezondheid werd dusdanig verzwakt door twee mislukte oogoperaties, dat hij stierf.
Bekende werken
- Brandenburgse concerten
- Goldbergvariaties
- Die Kunst der Fuge
- Johannes Passion
- Matthäus Passion
- Das Wohltemperierte Klavier
- Cello suites
- Weihnachtsoratorium