Sergej Rachmaninov
1873 - 1943 | Russisch
Muziek was altijd al belangrijk in de familie van Rachmaninov. Zijn grootvader en vader waren muzikaal begaafd. Echter, toen Sergej een muzikale carrière verkoos boven een militaire, waren ze wel verrast. Toch was hij zijn gehele loopbaan in tweestrijd: ging zijn voorkeur uit naar een pianistische of compositorische carrière? Een eenduidig antwoord op deze vraag heeft hij nooit kunnen geven.
Hij startte op twaalfjarige leeftijd al aan het conservatorium van St. Petersburg, nadat zijn neef hem introduceerde bij een van docenten. Vier jaar later stroomde hij door naar Moskou. Daar ontwikkelde hij zich tot een ware Tsjaikovski-bewonderaar. De basis voor zijn Eerste pianoconcerto in fis stamde tevens uit deze periode. Voor zijn afstuderen componeerde hij de opera Aljéko, geïnspireerd door de Zigeuners van Poesjkin. Zodoende studeerde hij als negentienjarige af, ruim een jaar eerder dan zijn medestudenten. Hij ontving hiervoor de prestigieuze gouden medaille uitgereikt. Slechts twee studenten gingen hem hierbij voor in de geschiedenis van het conservatorium.
In 1897 schreef Sergej zijn Eerste Symfonie. Deze werd zeer slecht ontvangen en deze mislukking zorgde voor een ernstige depressie. Drie jaar later volgde een nieuwe depressie, die dankzij een arts in Londen genezen kon worden met hypnose. Dit zorgde ervoor dat zijn Tweede pianoconcerto, opgedragen aan de arts, voltooid kon worden in 1901.
In 1906 vertrok Rachmaninov naar Dresden in Duitsland: het centrum van intensieve muziekbeoefening. Daar beleefde hij zijn meest creatieve periode. Onder meer het Dodeneiland, geïnspireerd door het beroemde doek van Böcklin, de Tweede Symfonie in e, de Eerste pianosonate in d en de onvoltooide opera Monna Vanna ontstonden daar.
Drie jaar later maakte hij de doortocht naar de Verenigde Staten. Voor zowel de pianist als componist in hem was het een overweldigend succes. Hij dirigeerde zelfs in New York, Philadelphia en Chicago. Eenmaal terug in Rusland werd hem een officiële functie aangeboden als hoofd van de keizerlijke Russische muziekvereniging, wat zou betekenen dat hij leiding zou geven aan de verschillende conservatoria.
In 1917 verliet Rachmaninov Rusland echter weer. Hij ging eerst in Scandinavië wonen, maar vestigde zich in 1918 definitief in Amerika, waar enkele van zijn meest waardevolle stukken geschreven werden: de Rapsodie op een thema van Paganini (1934) en de Derde Symfonie (1936). Daar begon na enige jaren de ouderdom echter ook parten te spelen. Daarbij kwam een steeds toenemende verzwakking, die te wijten bleek aan een kankertumor. Ondanks de aftakeling bleef hij zich dagelijks onderwerpen aan zijn ijzersterke discipline, totdat de kanker hem uiteindelijk noodlottig werd.
Bekende werken
- Dodeneiland
- Symfonische Dansen
- Pianoconcert 2 in c mineur
- Derde Symfonie
- Rapsodie op een thema van Paganini