Freiburger Barockorchester & Nederlands Kamerkoor
Peter Dijkstra, dirigent
Hugo Hymas, tenor (Evangelist)
Kateryna Kasper, sopraan
Wiebke Lehmkuhl, alt
Konstantin Krimmel, bas
-
vr 17 dec ’2119:30 uurGrote Zaal
Bach componeerde het geheel in 1734 toen hij Thomascantor was in Leipzig. Componeerde is misschien niet helemaal het goede woord. Want, hoewel er ook veel originele muziek in zit, is het oratorium een lappendeken, waaraan heel wat knip- en plakwerk te pas is gekomen. Bach was een meester in het recyclen van eerder geschreven werk. Zelfplagiaat was trouwens in die tijd doodnormaal en niet, zoals tegenwoordig, iets om je voor te schamen. Maar toch paste Bach zijn eigen eerder geschreven werk zo geraffineerd aan dat de luisteraars niet in de gaten hadden dat hij muziek had overgeheveld uit drie wereldlijke cantates, die over totaal andere onderwerpen gaan.
Bekijk hier het facebook event.
Om de wachttijd bij de bar tot een minimum te beperken geldt bij dit concert een 'portemonneeloze pauze'. U betaalt uw pauzedrankje vooraf bij het bestellen van uw entreebewijs. Zo geniet u langer van uw gezelschap en uw drankje!

De teksten zijn afkomstig uit de Bijbel en bewerkt door Picander, die heel vaak met Bach samenwerkte. Maar men vermoedt dat bepaalde meditatieve gedeeltes ook wel eens van de hand van Bach zelf zouden kunnen zijn.
Na de feestelijke eerste cantate - over de aankomst in Bethlehem en de voorbereidingen voor de geboorte van Jezus - volgt er een met een totaal ander karakter. Die opent met een vredig wiegende sinfonia, die ons voorbereidt op de scene van de herders die de wacht houden. De hobo’s in de hoofdrol. De derde cantate opent in jubelstemming en beschrijft de aanbidding van de herders. In nummer vier - over de besnijdenis - spelen vier hoorns een belangrijke rol. Nummer vijf - over de wijzen uit het Oosten - is bescheidener qua instrumentatie. Strijkers met hobo’s. In de laatste cantate bieden de wijzen hun gaven aan en dan is het hele orkest weer terug in volle glorie, met trompetten en pauken. Het oratorium eindigt optimistisch met een koraal over het redden van de mensheid. En luister je goed dan hoor je de melodie van ‘O Haupt voll Blut und Wunden’ uit de Matthäus Passion terug in een triomfantelijke majeur omgeving.