Felix Mendelssohn
1809 - 1847 | Duits
De Duitse componist Jakob Ludwig Felix Mendelssohn Bartholdy (Felix Mendelssohn) werd op 3 februari 1809 geboren in Hamburg. Hij stamde uit een gegoede familie met een joodse achtergrond, ware het niet dat zij zich wegens groeiend antisemitisme in 1816 protestants hebben laten dopen. Hiermee namen ze ook de naam Bartholdy aan, naar de naam van de vorige eigenaren van een tuin die Felix’ oom kocht. De jonge Mendelssohn genoot pianoles van Ludwig Berger en Johann Nepomuk Hummel, maar volgde daarnaast ook vioolles en compositieleer; een drukbezet kind. Niet gek dat hij op negenjarige leeftijd voor het eerst in de openbaarheid stapte als pianist.
Zijn eerste stuk componeerde Felix al op elfjarige leeftijd. Hij was bovendien zeer bedreven in de dicht- én schilderkunst, maar kon ook zeer goed teksten vertalen uit het Latijn en Grieks. Niet gek dus, dat hij zich op 1827 inschreef voor de universiteit van Berlijn. Niet voor de klassieke talen overigens, maar om geschiedenis- en filosofiecolleges te volgen van de bekende filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel.
Het was ook deze periode dat hij zich waagde aan een nieuwe uitvoering van de Matthäus Passion van Bach. Felix had namelijk een voorliefde voor de componist, die dankzij de vernieuwde uitvoering onder leiding van Mendelssohn weer flink aan populariteit won. Het was tevens een succesvolle start van een loopbaan als dirigent.
Mendelssohn werd op 1833 belast met de leiding van het Nederrijns Muziekfeest in Düsseldorf, waarna hij nog datzelfde jaar werd aangewezen als stedelijk muzikaal directeur. Hij nam de leiding op zich van de prestigieuze Gewandhausconcerten in Leipzig en enkele jaren later benoemde men hem zelfs tot chef-dirigent van Pruisen.
De componist maakte tijdens zijn loopbaan vele reizen. Zo ging hij onder meer met Hector Berlioz naar Rome en Parijs, waar hij als winnaar van de Prix de Rome verbleef. Misschien was het die reislust die zijn compositorisch spectrum zo veelzijdig maakte. Opvallend detail is bovendien dat Mendelssohn als gerespecteerd dirigent de eerste beroepsmusicus was die niet meer dirigeerde vanaf zijn instrument, maar een dirigeerstok ter hand nam.
Eind 1842 richtte Felix samen met Robert Schumann het Leipziger Conservatorium der Musik op, dat pas een eeuw later zijn naam zou gaan dragen. Zijn gezondheid verslechterde echter snel, waarna hij op 4 november 1847 overleed aan uitputting en een hersenbloeding. Hij was slechts 38 jaar oud geworden.
Bekende werken
- A midsummer night’s dream op. 21
- Lieder ohne Worte
- Vierde Symfonie
- Vioolconcert in e, op. 64