In gesprek met Douwe Bob

Terug naar de kern

De Nederlandse zanger Douwe Bob ondernam al eerder een korte theatertournee, maar dat was met een volledige band. Voor zijn nieuwe, uitgebreidere reeks optredens wordt hij vooral op zichzelf teruggeworpen. Omdat hij het zelf zo wil. Hij neemt misschien nog wel een begeleider mee, maar wil verder zo veel mogelijk zijn handen vrij houden. Geen dwingend draaiboek en geen vastgespijkerde productie, maar juist zoveel mogelijke ruimte voor improvisatie. Elke avond kan er zo iets bijzonders ontstaan.

Geen woord teveel

In de loop van 2020 had Douwe Bob graag enkele weken in Amerika doorgebracht. Zijn oog was gevallen op Nashville, de hoofdstad van de traditionele muziekstijlen als blues, country en Americana. Hij wilde daar zijn nieuwe album opnemen, waarbij hij zich vooral wilde laten inspireren door die rijke muziektraditie. “Ik heb nog nooit een puur Americana album gemaakt en dat wil ik nu wel doen. Het is muziek waar ik mee ben opgegroeid en waar ik nog steeds enorm van hou. Vooral in de country wordt alles teruggebracht tot de naakte essentie. De liedjes zitten vaak kinderlijk eenvoudig in elkaar. In de teksten wordt nergens omheen gedraaid. Geen woord teveel. Toch is het effect juist maximaal. Zo’n titel als ‘My son calls another man daddy’. In een oogopslag zie je wat voor een ellende achter dat ene regeltje schuilgaat. Zelfs nu ik het uitspeek krijg ik kippenvel op de armen. Of neem een andere: ‘I’m so lonesome I could die’. Wat kun je daar nog aan toevoegen. Ik ben gek op al die oude countryzangers, Hank Williams, George Jones, Merle Haggard…”

Het is een traditie die Douwe Bob graag naar de Nederlandse theaters brengt. “Americana, country en bluegrass zijn genres die misschien niet zo leven bij het grote publiek. Het komt denk ik vooral omdat vrijwel niemand meer de kans krijgt om er kennis mee te maken. Het bijzondere is dat wanneer je het speelt, de impact altijd enorm is. Ik merkte dat voor het eerst toen ik ooit gast was bij een optreden van Ilse DeLange in het Gelredome. We speelden een bluegrass nummer. Heel klein en eenvoudig. Het publiek luisterde ademloos. Zo geweldig was dat. Ik wil dus graag een lans breken voor deze muzieksoort.”

Beste singer-songwriter

Het nieuwe album zal overigens om de overbekende reden niet opgenomen worden in de bakermat van de country, stelt Douwe Bob vast. “Je komt op dit moment Amerika niet meer in en uit. Misschien dat ik een paar weken op een schip ga zitten, in een maximaal isolement. We werken keihard door. De songs schrijf ik met Peter Slager van Bløf en Maurice Verhoek. Die laatste is mijn oudste vriend. Samen met hem heb ik al die muziek ontdekt. Het is dan ook geweldig om nu juist met hem aan dit album te werken.”

In het begin van 2020 bracht Douwe Bob met Untill Then wel al een nieuw nummer uit, als een voorloper op wat verder komen gaat. Het was een van de songs die hij schreef met Peter Slager. De zanger maakte indruk met de vertolking ervan in De Wereld Draait Door. “Het gaat erover dat je niet meer met iemand bent, maar dat je toch nog waanzinnig veel van die persoon kunt houden”, luidde zijn aankondiging. 

Met het album in wording voegt Douwe Bob ongetwijfeld een boeiend nieuwe hoofdstuk toe aan zijn loopbaan die in 2012 uit de startblokken schoot toen hij de eerste editie van De beste singer-songwriter van Nederland won. De Amsterdammer was afkomstig uit een artistiek milieu: zijn vader was Simon Posthuma, een kunstenaar die vooral in de jaren zestig en zeventig werkte met vele internationale popsterren, waaronder The Beatles. Na zijn doorbraak als singer-songwriter ging het snel met Douwe Bob. Nog in 2012 scoorde hij een eerste single-hit met Multicoloured Angels, een jaar later verscheen zijn debuutalbum Born In A Storm. Albums als Pass It On, Fool Bar en The Shape I’m In volgden. In 2015 scoorde hij een hit met Hold Me, een duet met zangeres Anouk. Een jaar later vertegenwoordigde hij Nederland tijdens het Eurovisie Songfestival in Zweden.

Het mag een keer fout gaan

Voor 2021 richt Douwe Bob zich volledig op een dertig data tellende theatertournee. De zanger had met zijn vaste band al eens een tiental optredens in theaters gegeven, maar tijdens deze concertreeks hangt alles vooral van hemzelf af. Hij overweegt wel een extra begeleider mee te nemen, maar niets staat nog vast. “Hoe groter een productie is, hoe meer alles vast komt te liggen”, vertelt hij. “Ik snap ook wel dat stadionshows elke avond identiek zijn. In de bescheiden setting van een theater kun je echter alle kanten op. Tot mijn verbazing wordt daar maar weinig gebruik van gemaakt. Ik heb wel eens twee voostellingen uit eenzelfde tournee gezien en alles was hetzelfde: de volgorde, de verhaaltjes en zelfs de grappen. Ik voelde me een beetje belazerd.”

Douwe Bob gaat het dus heel anders doen. Het is een sprong in het diepe, beaamt hij. Alleen op het podium: het zal naakt voelen, zonder de steun in de rug van een volledige band. De optredens zullen wel een losse structuur krijgen, maar daar zal als het aan hem ligt vaak op ingebroken worden. “Ik heb in de afgelopen jaren heel verschillende dingen gedaan. Het was ook allemaal erg leuk. Ik merk dat het nu de tijd is om terug te gaan naar de kern. Voor mij is dat liedjes spelen. Ik zal vooral eigen werk zingen, zoals nummers van het nieuwe album. Maar als ik zin heb, wil ik ook een cover kunnen spelen. Om daarna het verhaal achter dat nummer te vertellen. Wat ik vooral wil is mij laten leiden door de energie die er op die avond in een zaal hangt. Ik wil daarop inspelen met wat ik vertel, wat ik speel en wat er verder gebeurt. Zolang het maar niet saai en voorspelbaar wordt. Het mag ook best een keer fout gaan. Ik heb ooit op het podium, midden in een optreden, ruzie met een van de bandleden gekregen. ‘Hou je bek’, dat soort kreten vlogen over en weer. Ik zit daar totaal niet mee. Het was eigenlijk erg leuk. Er gebeurt tenminste wat. Uiteindelijk gaat het daar om.”

Interview door Robert Haagsma